maandag 28 december 2009

De Winter

28-12-2009 De Winter

De winter. Kerst is net geweest, het nieuwe jaar staat op de stoep. Er is sneeuw gevallen, veel sneeuw.
Zo’n anderhalve week geleden begon het met sneeuwen; er lag al snel een aardige laag in de tuin en op de straten. Veel hinder in het verkeer, maar o zo mooi om een witte wereld te zien!
In het weekend viel er nog veel meer sneeuw, ik kon me niet herinneren dat ik ooit zo’n dik pak sneeuw had gezien in Nederland. Toen ik dat tegen m’n moeder zei, vertelde ze dat het 31 jaar geleden was, toch wel bijzonder (toen was ik 2,5 jaar oud)! We wilden hier natuurlijk zoveel mogelijk van genieten, maar erg lekker wandelweer was het nu ook weer niet… Toch besloten we op zondagochtend te gaan lopen. Het werd sterk afgeraden om de weg op te gaan dus reden we niet naar een andere plek maar liepen we een grote ronde om onze woonplaats Soest heen. Veel natuur om de hoek, ideaal om je voordeur uit te stappen en de natuur in te duiken. Het was genieten van de winterpret om ons heen.
Het lopen over de besneeuwde en soms gladde paden maakte de wandeling redelijk zwaar maar de prachtige wereld om ons heen maakte alles meer dan goed.
De winter. Aan beestjes en planten is er weinig te zien. Het is een beetje saai op dat gebied, de kans op een ‘waarneming’ is klein. Tenzij je je op vogels of paddestoelen richt. En laat dat nou net zijn waar we ons niet zo op focussen. Voor ons dus een rustige tijd. Niets nieuws uit te zoeken of in te voeren. En ja, dan kom je oudere waarnemingen tegen die je nog wel moet uitzoeken en/of invoeren. Waarnemingen van de vakantie in Frankrijk of waarnemingen die je nog op ‘onzeker’ of ‘spec.’ hebt staan.
De winter is zo gek nog niet.
De winter geeft je, naast alle verplichte sociale feestdagen, een beetje tijd om ‘achterstallig werk’ uit te zoeken.
De winter; Nog een hoop te doen.
De winter; Nieuw jaar, nieuwe kansen.
De winter; Mooi in al haar pracht (als het dan tenminste sneeuwt en vriest).
De winter; Op naar het nieuwe jaar.
De winter; Tijd voor het voorjaar!
Tsja, die goeie, ouwe winter… We zouden niet zonder willen!

maandag 14 december 2009

De gevallen Pimpelmees

14-12-2009 De gevallen pimpelmees

Vanmorgen vroeg, een bonk tegen het raam.
Een pimpelmees zat versuft achter de keukendeur. Alerte katten in de achtertuin. Snel een handdoekje en het pimpelmeesje opgeraapt. Zijn snaveltje stond open, hij zag er zielig uit. Een paar stuiptrekkinkjes en toen viel hij schuin opzij. O jee…
Eerste hulp bij dit soort ongevallen is om de vogel in een doos te plaatsen en warm, donker en rustig weg te zetten. Handdoekje en pimpelmees verdwenen in een doos, lekker naast de verwarming. Na tien minuutjes zat het meesje weer rechtop en alert in de doos.
Vogelopvang gebeld; “Hoe lang moet je wachten voordat je zeker weet dat het goed gaat?”. We konden het vogeltje langs brengen maar we wilden zelf graag afwachten of het beestje op zou knappen en dan in zijn eigen territorium weer vrij gelaten kon worden. We kregen het advies om wat water te geven en als het sterk genoeg was om te vliegen konden we hem los laten. Ik doopte mijn vinger in water en gracht de druppels naar het kleine, fragiele snaveltje. De pimpelmees was aandachtig, nieuwsgierig en absoluut niet bang. Twee kleine kraaloogjes keken me alert aan. Het snaveltje nam het water dankbaar op. Het kleine meesje begon te fladderen en greep zich met zijn pootjes vast aan mijn vingers.
Ik vond het heel bijzonder; zo’n klein en teer wezentje dat zonder angst op je hand gaat zitten. Het leek wel of de pimpel in de gaten had dat we hem geen kwaad wilden doen maar hem juist hielpen. Hij bleek weer zo goed te zijn opgeknapt dat hij naar de rand van het raampje boven de voordeur kon vliegen. Maar door dat raampje kon hij niet naar buiten…
Trap gepakt en de pimpelmees voorzichtig vast gepakt. Vloog gelijk weer naar de rand voor het raam… Nogmaals gepakt, nu lukte het om het ukje wat langer vast te houden zodat hij door de deuropening en onder het afdakje door weg kon vliegen. Een vrolijk deuntje volgde gelijk; hij was blij dat hij weer gezond en veilig buiten was!

dinsdag 24 november 2009

St Anthonisheide (NB)

24-11-2009 St Anthonisheide (NB)

Afgelopen zaterdag gingen we eindelijk weer eens een stuk lopen, deze keer bij Sint Anthonis (NB).
We liepen over een zanderig pad met links van ons bos en rechts van ons stuifzand. Een groepje kuifmezen was in de bomen op zoek naar voedsel. In een eik ontdekten we de ‘nesten’ van de eikenprocessierups. Het ziet er zo vies uit: veel spindraden tot een groot nest gemaakt waar vieze rupsen met grote haren in zitten. Of de overblijfselen daarvan. En veel uitwerpselen. Brrrr, bah, bah, bah! Ook stond er een jonge spar waarop een grote knobbel van hars zat: het ‘huis’ van de Harsbuilmot. Later kwamen we op de heide. Het was een mooi en groot heidegebied en het zonnetje scheen, heerlijk! We konden ons niet bedwingen en zochten de heideplanten langs het pad af op rupsen, vlindertjes en eventueel ander gespuis.
We zagen een paar vedermotten (Emmelina monodactyla), de restanten van de dennenspinselbladwesp (alias gewone spinselbladwesp, Acantholyda hieroglyphica) en een kleine wintervlinder (Operophtera brumata) die ten prooi was gevallen aan een spin. In een pol met heide vond Remco 2 rupsen, eentje van de granietuil (Lycophotia porphyrea) en een voor ons tot nog toe onbekende soort, al is de kans groot dat het een Geelvleugeluil (Thalpophila matura) is. Intussen sprong er een bruine kikker uit de heidepol. Genoeg te zien dus!
Granietuil - Lycophotia porphyrea
Geelvleugeluil (Thalpophila matura )?
Aan een ander heidestruikje zag ik een Grote wintervlinder (Erannis defoliaria) hangen. Ik ging op mijn hurken zitten om een foto te maken, de lens zo dichtbij als mogelijk. Opeens bewoog de vlinder heel snel; hij was gegrepen door een spin! Dag mooie Grote wintervlinder… Daarna zagen we nog een Kleine wintervlinder (Operophtera brumata) en een groene sluipwesplarve.
Het zonnetje scheen intussen en de temperatuur was zeer aangenaam, zeker voor eind november. We hadden allebei 2 dunne wandeltruitjes aan maar zelfs tijdens het zoeken (en dus stil staan) hadden we het niet koud. Tussen het mos en gras stond een rupsendoder, een klein oranje paddestoeltje dat parasiteert op de rupsen/poppen van vlinders. Op het uitgestrekte heideveld zagen we een grote vogel. Tenminste, hoe groot is groot? De vogel hupte snel over de heide, we hadden geen idee wat het kon zijn. De afstand tussen ons en de vogel was ook vrij groot, wat het al helemaal moeilijk maakte. Gelukkig konden we via het forum op Waarneming.nl aan de juiste naam komen; een Grote lijster. Niet bijzonder of zo, maar toch leuk om een naampje bij het beestje te hebben. Remco heeft er een filmpje van gemaakt (van veraf genomen, zonder statief, geen topkwaliteit dus, maar wel mooi om de vogel te zien bewegen): http://www.youtube.com/watch?v=P66BYdTN-XI
Afgezien van de rupsjes en vlinders was het rustig op de heide. Een enkele jogger kwam langs, maar daar bleef het ook bij. Heerlijk, zo’n heel heideveld ‘voor jezelf’. Intussen hadden we al wel een aardig tijdje naar beestjes gezocht en waren we wat lopen betreft geen steek opgeschoten… Als we de hele dag de tijd hadden gehad was dat geen probleem geweest, maar we moesten echt uiterlijk om 16.00 uur weer thuis zijn, dat hield in dat we om 14.30 uur uiterlijk bij de auto moesten zijn. De kans dat we dat gingen halen was redelijk klein, we hadden namelijk nog aardig wat kilometers voor de boeg. We besloten nog even door te zoeken en dan een lekker vroege pauze te nemen. Daarna zouden we 10 km bos overslaan waardoor de route dus met 2 uur werd ingekort. We kwamen bij het punt dat we de verkorte route konden nemen maar liepen nog even een stukje van de lange route want iets verderop zagen we een geschikte pauzeplek. Tussen het punt waar we stonden en het punt waar we pauze wilden houden stonden meerdere eiken. Altijd leuk om te kijken wat er op de stam te vinden is! En reken maar dat we van alles zagen!!! Neem bijvoorbeeld de twee kleine, aan elkaar geplakte herfstblaadjes waar duidelijk een klein rupsachtig ietsje in zat verstopt.
Ook zagen we 2 verschillende kokermotjes in hun kokertjes, zaten ‘vleugelloze’ vrouwtjes en gevleugelde mannetjes van de Kleine wintervlinder en de Najaarsspanner op de boomschors, net zoals een microvlindertje: waarschijnlijk een vrouwtje Herfstkortvleugelmot (Diurnea lipsiella). Het mannetje daarvan zijn we eerder al eens tegen gekomen, maar deze ziet er totaal anders uit. Zowel qua kleur, tekening én vleugelvorm zijn ze niet met elkaar te vergelijken. Ook hier bood het forum weer hulp. Van deze soort hebben de vrouwtjes blijkbaar ook zulke kleine vleugeltjes dat ze niet kunnen vliegen. We vonden de vleugeltjes niet echt heel klein, maar door de puntige vorm er van kan je je wel voorstellen dat het lastig vliegen is.
Herfstkortvleugelmot (Diurnea lipsiella) 
Toen we het 2e deel van de eikenstammen hadden onderzocht legden we ons picknickkleed neer op een grasstrook aan de rand van de heide. Op het kleine heideveldje achter ons (verder lag er achter ons bos) kwamen steeds meer schapen tevoorschijn. Ze waren best nieuwsgierig maar bleven op veilige afstand en liepen ook gelijk weg toe we in beweging kwamen. We genoten van het zonnetje, de temperatuur, het uitzicht, we genoten van alles. Van alle beestjes die we hadden gezien, van de relaxte wandel/zoektocht en ook alvast van alles wat nog zou komen.
Na deze pauze liepen we langzaam terug naar de aftakking van de verkorte route. Langzaam omdat we de eerste helft van de boomstammen ook wilden bekijken. We zagen een Grote wintervlinder, kokermotten, eikenprocessierupsen/nesten (nogmaals bah, bah, bah), Kleine wintervlinders, een Kromzitter (Asteroscopus sphinx) en een paar dode Najaarsspanners (het zijn allemaal vlindersoorten trouwens!)
We lieten de heide achter ons en kwamen door een smalle strook bos opeens bij akkers en weilanden terecht. Blijkbaar hadden we de heide plotseling verlaten voor boerenland, heel apart. In het zonnetje liepen we verder, richting het dorpje Oploo. Ergens raakten we iets van de route af maar vonden hem in het dorpje gelukkig weer terug. Vanaf hier was het nog een paar kilometer lopen naar de auto in Sint Anthonis, waar we om 12.45 uur aan kwamen. Op het moment dat we weg reden was de zon plotseling verdwenen achter een wolkendek, we hadden dus echt mazzel gehad met die mooie ochtend!

donderdag 19 november 2009

Rupsen zoeken

19-11-2009 Rupsen zoeken

Deze avond zouden we met Vlinderwerkgroep IVN Eemland op zoek gaan naar rupsen van de nachtvlinders. Deze laten zich overdag niet zien maar komen met het donker tot leven. Spannend!!!
Met onze kleine zaklampjes (en 2 ‘schijnwerpers’) betraden we afgelopen dinsdagavond het terrein van voormalig ziekenhuis Zonnegloren te Soest. Er was toestemming gekregen om hier na zonsondergang een kijkje te nemen met de Vlinderwerkgroep, goed geregeld dus.
De coördinator had het terrein al een beetje verkend en wist, zelfs in het donker, waar we naar toe moesten. Op een eik had ze wat smeer gesmeerd. Op het smeer zaten alleen maar pissebedden en hooiwagens, maar de rest van de boomstam was bezaaid met vlindertjes. Overal waar we keken zagen we kleine, wit/zilveren vlindertjes op de boomstammen zitten maar ook hangend in de grassen, aan bramen en andere planten. Het konden Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) zijn maar ook de zeldzame Berkenwintervlinder (Operophtera fagata).
De opdracht was natuurlijk om een paar zeldzame exemplaren te vinden. We leerden waar we op moesten letten om de zeldzame van de algemene soort te onderscheiden:
De achtervleugel van de Berkenwintervlinder is lichter van kleur en de voorvleugels hebben meer glans en een rondere vleugelpunt dan die van de Kleine wintervlinder. Maar eerlijk gezegd: het is geen sinecure, ik vind ze allemaal klein en glimmend wit/zilver in het schijnsel van een zaklamp…
We hebben echt honderden (misschien wel duizenden!) Kleine wintervlinders gezien, het was prachtig. Soms liep je door een ‘wolk’ van fladderende vleugeltjes. Op elke beuk en eik zaten tientallen mannelijke vlindertjes te wachten op een beschikbaar vrouwtje. En echt waar: ze zaten in de rij! De mannetjes dus, want op elke boom zaten tig keer meer mannetjes dan vrouwtjes. De mannen moesten hun lusten inhouden tot ze eindelijk aan de beurt waren en de vrouwtjes werden ten prooi gesteld aan ‘groepsverkrachting’. Best sneu toch, voor beide geslachten?!
Het kan ook zijn dat we te vroeg waren voor de vrouwtjes, ze schijnen pas vanaf 23.00 uur echt actief te worden.
Tussen de honderden Kleine wintervlinders ontdekten we een enkele Najaarsspanner, een mannetje Grote wintervlinder, een vrouwtje Grote wintervlinder en een Bosbesuil. En natuurlijk een paar zeldzame Berkenwintervlinders.
Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die nu denken: “Maar jullie gingen toch rupsen zoeken?” Ja, dat klopt, we hebben er alleen geen eentje gezien! Maar dat kan ook komen omdat we zo onder de indruk waren van de enorme hoeveelheid nachtvlindertjes om ons heen dat we helemaal zijn vergeten om rupsjes te zoeken…
Na ruim anderhalf uur door het donkere bos te hebben gelopen liepen we weer terug naar de parkeerplaats. We hoorden een uil roepen, en iemand met verstand van vogels kon ons vertellen dat het een vrouwtje bosuil was. Bij de auto’s aangekomen werd gevraagd (door degene die zowel geïnteresseerd is in vlinders, vogels, fotografie en sterren) of we nog zin hadden om even door de telescoop naar de sterrenhemel te kijken. Natuurlijk wilden we dat! Het was een prachtig heldere hemel, vol met sterren. Eerst bekeken we de open sterrenhoop Pleiaden of Zevengesternte, een (relatief) jonge groep sterren van 100 miljoen jaar. Ze maken zich net los van de gaswolk waaruit ze ontstaan zijn.
Daarna werd de kijker gericht op een ster van sterrenbeeld De Grote Beer. Hij liet ons kijken naar Mizar, en het tweede sterretje erbij, Alcor. Dit is een visuele dubbelster, ze staan niet echt dicht bij elkaar maar toevallig in dezelfde richting. Mizar zelf is wel een echte dubbelster. Met het blote oog is de visuele dubbelster nauwelijks te zien. Bij de Indianen werd het gebruikt als test om te controleren of je goede ogen had.
Tot slot konden we een blik werpen op de planeet Jupiter. We zagen de 4 manen en konden zelfs, bij een vergroting van 60x, twee bandjes over de planeet zien lopen. Dit zijn wolkenbanden en de Aarde past er gewoon compleet in zo'n bandje. Met een grotere telescoop is de Grote Rode Vlek te zien, een storm die al eeuwenlang woedt en waar de Aarde ook 3x in past.
Het was een wonderlijk mooie vlindertocht met een leuke afsluiter. Wat een bijzondere ervaring om tussen zoveel vlindertjes door te lopen, wat geweldig om al die zilveren vleugeltjes, het licht van de zaklampen weerkaatsend, op een donkere boomstam te zien. We hebben er op en top van genoten!
Als toetje, voor de liefhebbers, hier de link naar een kort filmpje van een spin die een Kleine wintervlinder als prooi heeft. Hij (of zij) is er druk mee aan het slepen! Moord en doodslag dus, maar gelukkig waren er meer dan genoeg andere Kleine wintervlinders die nog wel leefden!

zaterdag 14 november 2009

Vlinders in het najaar

14-11-2009 Vlinders in het najaar

Ook nu de dagen korter en donkerder worden valt er nog genoeg te zien op vlindergebied. Dagvlinders laten zich vrijwel niet meer zien (tenminste, niet aan ons) maar de nachtvlinders en micro’s zijn nog steeds te vinden.
Op een zondag in november maakten we een wandelingetje over een heidegebied bij Soest. Het was erg druk met mensen, maar gelukkig zagen we ook wat vlinders.
 
Op een berk zat een mannetje Kleine Wintervlinder (Operophtera brumata) (foto hierboven) en aan de andere kant van de stam zat een vrouwtje van een Najaarsspanner (Agriopis aurantiaria) (foto hieronder); de vrouwtjes van beide soorten hebben geminimaliseerde vleugeltjes die amper opvallen dus je weet gelijk of het een mannetje of een vrouwtje is.
  
Er zijn meer vlinders die vleugelloze vrouwtjes hebben, zoals de Grote Wintervlinder (Erannis defoliaria):
We kwamen bij een stukje heide dat in een delletje in de schaduw lag. Het was een uur of drie ’s middags en ruim boven 0, maar hier vroor het, alles wat wit. We hadden al even geen vlindertjes gezien en ik vond dat we ze, net als gisteren, gewoon moesten kunnen zien hangen. Ik had de woorden nog niet uitgesproken of ik zag een vlindertje aan een heideplantje hangen! De vlinder was prachtig versierd met druppeltjes. Het bleek een Grote Wintervlinder te zijn (foto hieronder). 

Tot eind december kunnen we deze mooie vlinder nog tegen komen, wat we ook  zeker hopen te doen! 
Als toetje nog een foto van een Grote Wintervlinder.

vrijdag 23 oktober 2009

Gierzwaluwnestkasten pimpen

23-10-2009 Gierzwaluwnestkasten pimpen

Vandaag was het zover; we gingen de gierzwaluwnestkasten ‘pimpen’. Volgens advies zouden we de kasten een zelfde soort aanzien geven als de muur waar de kasten aan komen te hangen. Leuk gezegd, en op papier (of beter, internet) ziet het er allemaal zou makkelijk uit… Gelukkig waren er mensen die wel wilden helpen.
Samen met een aantal leden van de uilenwerkgroep IVN-Eemland kwamen we vanavond samen bij iemand met een grote schuur en veel gereedschap en andere benodigdheden. We maakten kennis met de leden en voelden ons gelijk prettig bij het clubje. Na een bakje koffie/thee gingen we aan de slag met “de cursus nestkasten pimpen”.
De gastheer maakte de werkbank vrij zodat er een grote mussenkast op kon liggen met daarnaast onze gierzwaluwkasten. De mussenkast was handgemaakt, niet kant en klaar zoals die voor de gierzwaluwen. Maar ook die waren niet goed genoeg, er moesten nog sleuven in gemaakt worden die uiteindelijk op de voegen tussen de stenen moesten gaan lijken. De mussenkast was al van ‘stenen’ voorzien, multiplex platen (of zo) die in de vorm van stenen op de kast waren gefreesd. Maar, de mussenkast had nog geen openingen voor de vogels. In het begin waren de mannen dus druk bezig met zagen en freesen, wat echt enorm veel herrie maakte in die schuur. De gastheer maakte de kasten nog even af door er met een slijptol over heen te gaan. Vol overgave ging hij tekeer. Daar gingen de mooie kasten! Maar nee hoor, hij zorgde voor wat ruwe plekken, zoals op bakstenen ook normaal is.
  
Mussenkast
De rust keerde terug en we konden aan de slag met verf. Er werd een rode kleurstof toegevoegd aan licht gele verf, we konden eindelijk een kleurtje aan de kasten gaan geven. De kasten werden rood gekleurd en met zand bestrooid. Het zand diende ook weer voor een natuurlijker geheel. En het teveel aan zand valt er gewoon weer af al de verf is gedroogd. Het was alleen een beetje lastig toen de voegen geschilderd moesten worden. De rode verf was nog nat en er lag veel zand. Er werd zand verwijderd en uiteindelijk werden de voegen van de mussenkast ‘gegoten’ in plaats van geschilderd. De voegen van de gierzwaluwkasten waren minder diep en daardoor beter te beschilderen. Ik denk dat het wel even duurt voordat de voegen van de mussenkast droog zijn, het leek wel cement!

Gierzwaluwkast voorzijde/onderkant

Bovenkant gierzwaluwkast
Een nestkast ‘beter’ maken: je zet er eerst de zaag in, takelt hem nog wat extra toe en geeft hem daarna een kleurtje. De volgende stap is het ophangen, en daarna? Daarna wachten we op het voorjaar en zien we wel of er vogels in gaan nestelen. En of dat dan misschien ook gierzwaluwen zijn. Als de kasten al bewoond gaan worden verwacht ik eerder dat er spreeuwen of mussen in gaan zitten. Het jaar daarna maken we dan misschien wel kans op gierzwaluwen. De tijd zal het leren!
Het verhaal van ‘onze’ gierzwaluwen is nog lang niet afgelopen, al moeten we nog een half jaar geduld hebben tot ze weer terugkeren uit Afrika.

Het Zwarte lieveheersbeestje

23-10-2009 Het zwarte lieveheersbeestje

Dit verhaal is 2 augustus 2009 geschreven en ik dacht dat ik het al had geplaatst… Hierbij alsnog!
Hoe mooi en verrassend kan het leven toch zijn!
We liepen afgelopen zaterdag weer even over de Stompert om te kijken of we wederom een Hiërogliefenlieveheersbeestje konden vinden. Het werd een korte wandeling met veel waarnemingen: ree, kleine vuurvlinder, steenrode heidelibelles, bont zandoogje, de rups van een veelvraat (wat een prachtig indrukwekkende naam toch), verschillende gallen, boomblauwtjes, gewone heispanners, zandhagedissen, struiksprinkhaan, mestkevers, een knopsprietje, een blauwooggrasmot, en gelukkig weer hiërogliefenlieveheersbeestjes.
Ook zagen we de melanitische vorm van het hiërogliefenlieveheersbeestje, een vrijwel compleet zwart kevertje. We dachten 2 verschillende exemplaartjes te hebben gevonden, maar Hetty Edrees (coördinator Vlinderwerkgroep IVN Eemland) was zo vriendelijk om ons er op te wijzen dat één van de twee kevertjes geen melanitisch hiërogliefenlieveheersbeestje was maar een andere soort. Dit door de oranje halsschildrand en oranje poten. We zochten snel welk lieveheersbeestje het dan zou kunnen zijn en kwamen uit op een zwart lieveheersbeestje, ook niet echt een algemeen voorkomend beestje maar juist redelijk zeldzaam. Wat een geweldige ontdekking! En deze keer waren we wel de eersten die het beestje hadden waargenomen (en gemeld). Zowel op de Stompert als in de wijde omgeving zijn er nog niet eerder meldingen van ingevoerd op Waarneming.nl. Stiekem geeft het toch best wel een kick om als eerste een zeldzame soort in je woonomgeving te zien, we waren dan ook in de ‘zevende hemel’.
Op zondagavond zijn we weer even gaan kijken, en ook deze keer vonden we, naast de vele hiërogliefenlieveheersbeestjes, zeker 5 zwarte lieveheersbeestjes. Ze zijn zo klein en verstoppen zich zo goed tussen de heideplanten dat je echt goed moet kijken om er eentje te ontdekken. Het zal er vast idioot uit zien, van die echte IVN-ers die over heideplantjes gebogen staan…
Ook het heidehaantje hebben we die avond gezien, en veel ook! Daarnaast nog meer beestjes die we moeten uitzoeken, als daar weer iets leuks tussen blijkt te zitten melden we dat natuurlijk. Maar, eerlijk gezegd, denken we dat we verder niet veel bijzonders tegen zijn gekomen, al is het maar wat je bijzonder vindt natuurlijk.
Want ook al is een bepaald beestje ‘zeer algemeen’, sommige dingen zijn toch heel bijzonder. Je verdiept je bijvoorbeeld in hommels en komt er achter dat er een hommeltje is (vergeef me, ik weet even de naam niet) die zijn nestje in een leeg slakkenhuis maakt. Hij draait dit slakkenhuis zo dat hij er goed in kan en bekleed de wanden. Hier worden de eitjes gelegd en dit gedeelte wordt dan weer met twee lagen afgesloten. Daarna draait het hommeltje het slakkenhuis weer op een bepaalde manier en graaft eronder de aarde weg. Het slakkenhuis met eitjes komt in een kuiltje te liggen en dit wordt weer afgedekt met takjes e.d. Geweldig toch, wat een werk!

zondag 4 oktober 2009

Zwaluwen op insectenjacht

04-10-2009 Zwaluwen op insectenjacht

Begin september heerlijk op vakantie geweest in Picardië, Frankrijk. Wakker worden met het vrolijke gekwetter van huis- en boerenzwaluwen, paartje zwarte roodstaart  en het gelach van een setje groene spechten. Op en top genieten! Het was jammer dat er zoveel wespen waren, maar dat mocht de vogelpret niet drukken.
Wat een geweldig gezicht: honderden zwaluwen in de lucht, op jacht naar insecten. Soms de elektriciteitsdraden gebruikend om even uit te rusten om vervolgens weer als één grote zwerm op te stijgen en ons nogmaals te trakteren op dit mooie schouwspel. Vooral ’s ochtends vlogen ze als een kluwen vogels door de lucht, maar ook ’s middags en begin van de avond waren ze behoorlijk actief. We hebben namelijk ook mogen genieten van een insectenjacht rond, tussen en in de boomtoppen. Met tientallen tegelijk vlogen ze naar de boomtoppen van een paar naaldbomen, cirkelden er omheen, bleven als een kolibrie voor de top vliegen of doken in de takken. Nog nooit eerder gezien, maar dit staat voor altijd in ons geheugen gegrift. En laten we er nou ook een stukje film van hebben! Zie http://www.youtube.com/watch?v=7wDzf7kWCb4
Er was echter ook een moment dat ze vrijwel letterlijk om onze oren vlogen! Zo dicht langs dat je de lucht soms voelde verplaatsen, fantastisch! We zaten aan het eind van de middag met z’n allen lekker buiten toen er opeens steeds meer zwaluwen laag door de tuin begonnen te vliegen. Steeds meer en meer, steeds lager en lager. Op en gegeven moment vlogen sommige zwaluwen zo laag dat ze bijna de grond raakten, en andere konden op het laatste moment ons of de barbecue ontwijken. Wat een snelheid en wat een perfectie! We hebben genoten, het was een mooi afscheid. De zwaluwen trekken nu naar Afrika om volgend jaar weer terug te keren. Het afscheid voelt altijd een beetje weemoedig, maar de gedachte aan het weerzien over een aantal maanden maakt weer gelukkig.
De herfst en het voorjaar, een komen en gaan van trekvogels. In de herfst neem je afscheid van de ene soort en verwelkom je de andere. In het voorjaar net zo. In de herfst is bijvoorbeeld het geluid van de eerste Smienten een genot, in het voorjaar geldt dat voor o.a. de weidevogels, zwaluwen en de koekoek. Tijdens onze wandeling van afgelopen zaterdag (zie voor het verslag en bijbehorende foto’s http://www.wandelavonturen.nl/Groene%20Hartpad/20090919.html) hebben we de eerste grote groepen smienten al gezien en gehoord en het aantal ganzen neemt langzaam toe. Verder nog enkele kieviten en een enkele zwaluw, de rest is al weer terug naar Afrika. Dat is het mooie van in de natuur zijn: je bent je vaak beter bewust van de wisseling van de jaargetijden. Je bent je er van bewust dat het niet van de ene op de andere dag herfst wordt, of welk ander jaargetij dan ook, er is altijd een overlappende periode. Een periode waarin flora en fauna zich aanpassen, een periode waarin zonsop- en ondergang en temperatuursverschillen een belangrijke rol spelen. De zwaluwen hebben de zomer weer mee genomen. Dag zomer, welkom herfst!

maandag 14 september 2009

De Gewone spinselbladwesp

14-09-2009 De Dennenspinselbladwesp

Het wil wel eens gebeuren dat je een waarneming doet die bij Waarneming.nl als zeldzame soort blijkt te staan. In het ene geval is het duidelijk dat het ook echt die soort betreft, in andere gevallen ga je twijfelen. Zo ook in het geval van de Dennenspinselbladwesp (Acantholyda hieroglyphica).
In een natuurgebied bij Soest waren we aan het wandelen toen mijn moeder opeens iets vreemds zag bij een jong dennenboompje. De naalden waren grotendeels ‘weg gegeten’ en er zaten allemaal bruine kokertjes aan. Via internet kwamen we uit op de Dennenspinselbladwesp, zeer zeldzaam. Ingevoerd als onzekere waarneming, met foto’s (link) erbij maar helaas volgde er geen goedkeuring of een opmerking welke soort het anders zou kunnen zijn. Dus een berichtje op het forum geplaatst. Hier kregen we wel een bevestiging van een medegebruiker maar we wilden meer weten. Waarom in de Latijnse naam ‘hieroglyphica’? Hoe kan je zien dat het echt die soort is, is er geen andere die je er mee kunt verwarren?
Op advies van IVN Eemland stuurden we een berichtje naar de Vlinderstichting, daar zou misschien de juiste kennis aanwezig zijn. Na een paar dagen kregen we het bericht dat ze geen kenner in huis hadden maar ze hadden de mail doorgestuurd naar Naturalis. Wouw, Naturalis, dat een vraag van ons daar zomaar belandde! Daar konden we vast wel een kundig antwoord van verwachten. Maar nee hoor, ook daar was niet de benodigde kennis aanwezig. Wel waren ze zo vriendelijk om het bericht door te sturen aan een bladwespenspecialist, Ad Mol (ja, je moet ze maar kennen).
Vol spanning wachtten we het weekend af om vanmorgen een prachtig mailtje te ontvangen. Duidelijk van iemand die er meer van af weet en ook nog eens de moeite had genomen om een uitgebreid antwoord te geven!
Het gaat inderdaad om Acantholyda hieroglyphica. Wat je op de foto's ziet is een gesponnen kokertje waarin één of enkele larven van deze soort leven. Kenmerkend is het feit dat de spinselkokers aan de buitenkant volledig bezet zijn met lichtbruine droge uitwerpselen. Eveneens kenmerkend voor deze soort is het feit dat de spinsels altijd te vinden zijn op zeer jonge exemplaren van grove den, zo'n 20 tot 50 cm hoog.
Acanthlyda hieroglyphica is tot nu toe relatief weinig gevonden. Ik heb op dit moment gegevens van ca. 13 vindplaatsen uit ons land (uit Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg). Toch denk ik dat de soort algemener is dan het lijkt. Op de eerste plaats omdat vrijwel niemand let op de kokertjes en de volwassen dieren, net als alle andere Pamphiliidae, nooit op bloemen te vinden zijn en erg snel wegvliegen. Op de tweede plaats ook omdat de soort, vanwege de afhankelijkheid van jonge dennen, vermoedelijk geen langdurige populaties vormt, maar misschien meer een pionierkarakter heeft..Ik heb deze soort zelf afgelopen zomer (zowel de kokertjes als de adulten) op 2 plaatsen in de buurt van Rosmalen gevonden..
Desondanks toch een leuke vondst.
Over de betekenis van de naam hieroglyphica ben ik niet helemaal zeker. De soort is in 1791 beschreven door J.L Christ, die zelf geen indicatie geeft over de betekenis van de naam. behalve dat hij de soort, naast de Latijnse naam Tenthredo hieroglyphica, ook de Duitse naam 'Der hieroglyph' geeft. Dat betekent letterlijk de hieroglief, dus een Egyptisch schriftteken. Acantholyda hieroglyphica heeft lichtbruine vleugels met onder het pterostigma een opvallend en een beetje grillig gevormd zwart vlekje. Vooral bij dieren met gesloten vleugels is dat goed te zien. Ik vermoed daarom dat de naam slaat op deze zwarte figuur. Je moet je realiseren dat het hieroliefenschrift in 1791 nog niet was ontcijferd en dat wellicht elke vreemd onbekend teken zou kunnen worden geassocieerd met de geheimzinnige schrifttekens uit het toen al even geheimzinnige Egypte.
Twee mooie kenmerken over de kokertjes (volledig bezet met lichtbruin droge uitwerpseltjes en voorkomend op zeer jonge grove dennenboompjes), daar kan je wat mee. Daarnaast de mogelijke verklaring waarom de soort als zeldzaam wordt vermeld; misschien is hij wel veel minder zeldzaam dan wordt gedacht, maar ja, wie let er nu op zulke rare kokertjes? En als dan de imago’s (de volwassen beestjes) ook nog eens snel weg vliegen en ze waarschijnlijk van gebied naar gebied trekken, tsja, logisch dat ze niet opvallen.
Verder geweldig dat hij ook is ingegaan op onze vraag over de Latijnse naam. Het blijft geheimzinnig leuk!
Met dank aan Ad Mol!

donderdag 27 augustus 2009

De Vliegenschimmel

27-08-2009 De Vliegenschimmel

Er zijn zoveel soorten beesten en planten op de wereld, van meer dan de helft hebben de meesten van ons vast nog nooit gehoord. Dit geldt waarschijnlijk ook voor alle soorten die in ons eigen kleine kikkerlandje voorkomen. Zo ook voor ons.
De strontvlieg. Ja, daar hebben we allemaal wel eens van gehoord. Het zijn vliegen die op stront afkomen, en er meestal ook niet al te fraai uit zien. Tenminste, als je ze oppervlakkig bekijkt. Want ook strontvliegen zijn soms mooier dan je denkt, als je ze maar in detail ziet.
Maar, hoeveel mensen weten van het bestaan van de Vliegenschimmel (Enthomophtora muscae)? Wij wisten nog van niets, totdat…
 Begin mei jl. kwamen we tijdens een wandeling in Zuid-Holland over een smal dijkje waar talloze vliegen op de bermbloemen en brandnetels zaten. Ze zagen eruit als strontvliegen, weinig interessant dus. Toch? We zagen echter ook vliegen die er wel enigszins op leken maar er toch heel anders uit zagen. Na menig speurtocht op internet hadden we ruim twee maanden later nog niets gevonden welke soort vlieg het zou kunnen zijn. Het werd dus tijd om onze waarneming op het forum van Waarneming.nl te gooien.
We waren erg benieuwd naar eventuele reacties, voornamelijk omdat de door ons gefotografeerde vliegen wel op strontvliegen leken maar een wasachtig omhulsel om hun achterlijf hadden. We hadden ook ‘vliegen’ gezien die vrijwel volledig bedekt waren met het wasachtige goedje en vermoedden dat het een soort van cocon moest zijn, dat we vliegen zagen die uit hun verpopping tevoorschijn kwamen.
Het forum (hadden we dat maar 2 maanden eerder gedaan) gaf ons al snel een antwoord: het waren strontvliegen met een vliegenschimmel. Opeens werd de ‘strontvlieg’ een stuk interessanter! Een schimmel (een soort paddenstoel dus) die op vliegen leeft, nog nooit gezien. Ik weet het één en ander van paddenstoelen, ik weet dat er schimmels zijn die parasiteren op een levend iets, maar deze kende ik nog niet. Had de laatste tijd al wel uitgevonden dat er meerdere soorten schimmels zijn die insecten aantasten, maar had dit nog niet eerder met eigen ogen mogen aanschouwen.
Hoe gaat de Vliegenschimmel (Enthomophtora muscae) te werk?
Een vlieg wordt geïnfecteerd door de spore van een schimmel (een spore is een soort van voortplantingscel). Deze spore vreet zich een weg naar binnen en tast de organen van de vlieg aan. In korte tijd zijn de hersens (hersentjes) zo aangetast dat de vlieg de weg kwijt raakt. Ook alle andere ingewanden worden aangetast. De geïnfecteerde vlieg klimt uiteindelijk naar de top van een bloem, grasspriet of wat dan ook, om zich daar vast te zuigen/klampen om dood te gaan. Op z’n kop. Ook al betreft het een strontvlieg, het klinkt wel treurig.
Op het moment dat de vlieg dood is banen de schimmels zich een weg naar buiten. Dit gebeurt voornamelijk op de zwakste plekken, de dunne plekken, voornamelijk tussen de segmenten van het achterlijf. Er ontstaat een wasachtige laag waar de sporen, de voortplantingscellen, van de schimmel zich bevinden. Nu gedraagt de schimmel zich niet meer als parasiet (levend van andere levende wezens) maar als saprofiet (levend van aas). De sporen verspreiden zich weer naar andere vliegen waar het proces weer opnieuw begint.
Strontvlieg en schimmel, het klinkt niet al te geweldig. Toch zeer bijzonder om te zien hoe mooi een gewone strontvlieg wordt van een schimmel, ook al weet je dat de vlieg het niet gaat overleven. En hoe bijzonder dat zoiets kleins als een schimmel een vlieg kan vellen. Kijk voor 2 foto’s op

Grote spinnende watertor

27-08-2009 De Grote Spinnende Watertor

De Grote Spinnende Watertor (Hydrophilus piceus), wat een prachtige naam! De tor zelf is ook een mooi beest maar de larve… Wat een afzichtelijk gedrocht! Tijdens onze laatste wandeling zijn we er eentje tegen gekomen, hij was bijna angstaanjagend (en zo’n 7 cm groot). We wisten toen nog niet wat het voor beest was maar vonden de lelijkheid er vanaf stralen. Daarnaast had de grote ‘rups’ enorme kaken en een soort van stekels aan de zijkant/onderkant. Omdat het diertje op de weg kroop wilden we hem in de berm zetten zodat ie niet overreden zou worden. We deden dit echter niet met onze handen i.v.m. de kaken maar met een takje. De ‘rups’ begon heftig te kronkelen, met veel kracht. Daardoor werd hij nog griezeliger, brrrr. Maar, leven en laten leven, dit monster dus ook.
Thuis begonnen we aan de zoektocht naar wat voor beest het geweest zou zijn. De groep rupsen (echte rupsen, van vlinders dus) viel af want zulke lelijke, enge rupsen bestaan gewoon niet (?). Maar wat was het dan? Al snel kwamen we uit op de Grote Spinnende Watertor, qua omgeving ook logisch omdat er naast de weg een sloot liep (waar veel schrijvertjes over heen ‘schreven’). Leuk, nu konden we het beestje een naampje geven! Daarna op zoek naar meer informatie over deze kever, want erg interessant door de monsterlijke larve. Via boeken, websites en verschillende fora vergaar je steeds meer weetjes over een soort, erg leuk.
 Hieronder wat ik heb geleerd over de Grote Spinnende Watertor:
 De waterkever spint onder water een waterdicht nestje aan een drijvend blad van een waterplant. Hierin worden de eitjes gelegd. Het spinsel drijft daarna als een bootje op het water, met een adembuis. De larven die uit het spinsel komen zijn echte rovers, moordenaars. Met hun grote kaken kunnen ze hard bijten (ook in de mensenhuid!) en vangen zo hun prooien, die een verteringssap krijgen ingespoten. Levende prooien wel te verstaan, zoals bv. kikkervisjes. Het zijn nog grotere rovers dan de larven van de Geelgerande Waterkever, en dat zijn ook geen lekkertjes.
De larven kunnen ‘in geval van nood’ een bepaalde stof uit hun lichaam spuiten. Ben er nog niet achter of die stof enige schade toe kan brengen of dat het alleen een afschrikmiddel is. De larven kunnen zelfs een gillend geluid maken, het moet niet gekker worden!
Als de larve volgroeid is zoekt deze het vaste land op en kruipt de grond in om te verpoppen.
Gelukkig is de kever zelf een stuk ‘aardiger’ dan de larve! Het is een kever die leeft van kadaver(tje)s en plantaardig materiaal. Normaal gesproken geen levende prooien, hoewel ze hard schijnen te kunnen bijten. Een prachtig zwart glimmende kever, in tegenstelling tot de stoffig donkergrijze, vies geplooide larve). OK, de kever heeft een 2 centimeter lange stekel die tot op het bot in je hand kan doordringen, maar is op zich niet agressief. Je moet hem alleen niet zomaar pakken. De Grote Spinnende Watertor (het blijft een mooie naam) ademt met zijn antennes. Hij neemt onder zijn schild lucht mee onder water, als zuurstof voorraad. 
Daarnaast kwam de kever vroeger algemeen voor maar is, door een gebrek aan schoon, stilstaand water, achteruit gegaan.
Kijk voor de foto’s op: http://maartenvanrossumpad.wandelavonturen.nl/#127.98. Even doorklikken en je ziet de andere foto’s.

Het Edelhert

27-08-2009 Het Edelhert

Tijdens dezelfde wandeling als die van de zwarte specht (zie gisteren) kwamen we door een bos waar edelherten rond liepen. Op de grens van Limburg en Brabant, het Weerterbosch, waren een paar jaar geleden een 15-tal edelherten uitgezet. Intussen waren het er een stuk of 20.
Leuk idee hoor, maar wel jammer dat er daardoor ook allemaal hekken zijn gekomen. De herten mogen niet buiten de hekken en de mensen niet binnen de hekken. Wat een fantastische ‘natuur’… We hadden er allebei een beetje dubbel gevoel over, het leek meer een prestigeproject dan iets dat de natuur echt ten goede zou komen. Misschien dat de edelherten over een paar jaar zonder hekken kunnen leven maar dat is nog niet zeker. Het hangt er o.a. vanaf hoeveel schade ze de landbouw berokkenen en hoe gevaarlijk ze voor het verkeer zijn. En wanneer weet je dat? Tot die tijd, als die al gaat komen, staan er meters en meters hekwerk in het bos. En wat hebben die beesten er aan? Al met al hebben we onze twijfels bij dit project (dus als iemand ons een goede reden kan geven?!)… 
Terwijl we het er al wandelend over hadden kwamen we een gezin op de fiets tegen. Ze keken ergens naar, de vrouw maakte ons erop attent dat er een edelhert vlak achter het hek stond. Hartstikke leuk om te zien, maar… Een grote halsband om, achter een hek, absoluut niet schuw… Hoe natuurlijk is dat? We snappen het wel hoor, wetenschappelijk onderzoek en zo, maar toch. Het edelhert leek meerdere wonden aan de zij te hebben en bleef gewoon grazen terwijl er opeen paar meter afstand meerdere mensen stonden. Ook de man en vrouw vonden het een beetje tegennatuurlijk allemaal. Ze fietsten er wel vaker, en zagen ook wel vaker een edelhert, maar niet eerder zo groot als deze. Ze voedden hun kinderen zoveel mogelijk op met de natuur en deden onderling wedstrijdjes wie het eerst een vogelgeluid wist te benoemen. Zoals de vader zei: “Dat zijn er weer 2 die wat voor de natuur willen doen.” 
Maar goed, het edelhert. Het edelhert tussen hekken. Meningen/reacties zijn welkom, we zijn benieuwd wat een ander hier over denkt! 
Zie onderstaande link voor het filmpje. 

dinsdag 11 augustus 2009

De Zwarte specht

11-08-2009 De Zwarte specht

Afgelopen zaterdag hebben we een stuk gelopen door Limburg en Brabant. Ergens in een bos in Brabant hoorden we een zacht getik. Eerst dachten we aan openspringende dennenappels maar het leek toch iets anders te zijn. Vlak voor een bocht in het bospad zagen we waar het geluid vandaan kwam: een zwarte specht zat rustig een boom van zijn schors te ontdoen. Nou ja, rustig, hij hakte heel wat af! Hij hakte links, hij hakte rechts, de stukken boomschors vlogen in het rond. Voor ons had hij geen oog, waardoor we dus rustig konden genieten van dit mooie tafereel. Met forse kracht hakte hij vakkundig de boomschors van de boomstam af om daaronder insecten te kunnen vinden. Insecten om op te eten. Het was prachtig om te zien hoe de specht zijn kop en snavel bewoog om zo effectief mogelijk naar voedsel te zoeken. Zijn staart werd als extra steun gebruikt, we konden heel goed zien hoe de staart als ‘hefboom’ tegen de boomstam werd gedrukt. 
De zwarte specht is een grote specht, zeker als je hem van zo dichtbij ziet. Hij is echt stukken groteer dan de groene of grote bonte specht, en dat komt niet alleen door de donkere kleur. Het is een prachtige, forse vogel, een genot om van zo dichtbij bezig te kunnen/mogen zien. 
Zie voor de filmpjes: 

zondag 2 augustus 2009

Hiëroglievenlieveheersbeestje

02-08-2009 Hiëroglievenlieveheersbeestje

Sinds begin juli werd opeens het Hiërogliefenlieveheersbeestje op de Stompert bij Soest gezien. Het is een zeldzaam lieveheersbeestje dat leeft van de larven van het heidehaantje. Het Heidehaantje leeft weer van de struikheide die daardoor in plaats van paars bruin verkleurd. Het Heidehaantje heeft dus zijn voor- en nadelen. Helaas bruin gekleurde heidevelden, maar wel kans op Hiërogliefenlieveheersbeestjes. Vorig weekend zagen we de mooie lieveheersbeestjes op een slecht uitziend eikenboompje aan de rand van een heideveld op de Stompert. Het was een beetje toeval: ik wilde een foto maken van een ananasgal die op een eikenblaadje zat toen mijn oog op een klein lieveheersbeestje viel. Voor de verandering eens niet het Zevenstippeliglieveheersbeestje of het Aziatische maar een zeldzame soort, dat was leuk! Ook al waren we niet de eerste die er eentje zagen, we waren er toch blij mee.
Gisteren besloten we nog even een klein rondje over de heide van de Stompert te lopen om te kijken wat we allemaal tegen zouden komen. We zagen genoeg: bons zandoogje, zandhagedis, ree, steenrode heidelibellen, boomblauwtjes, gewone heispanners, kleine vuurvlinder en nog veel meer. En ook deze keer zagen we het hiërogliefenlieveheersbeestje. Deze keer niet op het eikenboompje, maar tot 2x toe op een smal zandpaadje tussen de heide door. Ze vielen amper op, zo klein waren ze.
                      
Echt genieten, zo dicht bij huis zoveel mooie natuur!

zaterdag 25 juli 2009

De Teunisbloem

25-07-2009 De Teunisbloem

Het zijn soms de kleine dingen die het doen, de kleine dingen waar je zo intens van kan genieten. Neem bijvoorbeeld de teunisbloem, een plant die je nog wel eens in de berm ziet staan. Deze plant is ooit een bij ons aan komen waaien en sindsdien hebben we er elk jaar op een andere plek in de tuin eentje staan. Maar meestal wel meer dan eentje. Overdag is het een vrij nietszeggende plant, Er hangen wat verlepte bloemen aan en dat is het. Maar dan, als het donker wordt!
Als het donker wordt ontvouwen zich nieuwe bloemblaadjes, zo teer. Je moet even de tijd nemen voor dit schouwspel, maar het is zo prachtig om te zien hoe een bloemknop zich ontpopt tot bloem. De groene, buitenste, bloembladen gaan langzaam open, een gele knop komt tevoorschijn. Blijf kijken en je ziet de tere, gele bloemblaadjes bewegen. Ze ontvouwen zich terwijl je er naar kijkt, telkens zie je de knop met kleine schokjes open gaan. Om uiteindelijk volledig open te klappen en te schitteren. Om bijna op te lichten in het duister.

Omdat de plant alleen maar ’s avonds en ’s nachts bloeit wordt deze voornamelijk bezocht door nachtvlinders. Bij ons in de tuin komen er gamma-uiltjes op af, waardoor er ook in het donker van alles rond fladdert en in beweging is. En wat ruiken de bloemen lekker!!! Zo’n subtiel geurtje, bijna delicaat te noemen. Licht zoetig, met een vleugje citroen (of zo), zalig! Telkens moet je je neus er in steken en de heerlijke geur op snuiven want het kan maar tijdelijk. ’s Ochtends vroeg zijn de bloemen ook nog open, maar dat duurt niet lang. Toch komen er in die korte tijd wel veel insecten op af, vooral zweefvliegen en hommels.

Momenteel bloeien de vlinderstruiken in de tuin, en ook de marjolein doet het nog goed. Een mooi gezicht en druk bezocht door insecten. Vandaag ook meerdere vlinders gezien, waaronder klein koolwitje, boomblauwtje, dagpauwoog en gehakkelde aurelia. Heerlijk zo’n tuintje!

woensdag 22 juli 2009

Wilgenwespvlinder

20-07-2009 Insecten ontdekken

Momenteel zijn we helemaal verdiept in de insecten die er rond vliegen. Zoals ik de vorige keer al schreef is er een wereld voor ons open gegaan en zijn we werkelijk verbaasd over de vele soorten die je ziet als je even de tuin in loopt. Na veel foto’s en uitzoekwerk herkennen we intussen meerdere hommels en zweefvliegen ‘in het veld’ maar nog steeds komen we soorten tegen die we moeten uit pluizen.

Een soort die ons veel tijd heeft gekost is de hommelbijvlieg (Eristalis Intricaria). Zoals de naam al aan geeft is het een bijvlieg die een hommel nadoet. Andere soorten van Eristalis zijn bijvoorbeeld; de kegelbij (Eristalis pertinax), de blinde bij (Eristalis tenax), de kleine bijvlieg (Eristalis arbustorum) en de puntbijvlieg (Eristalis nemorum of Eristalis interruptus). Dit zijn soorten die vrij veel voor komen in tuinen en ze lijken allemaal op elkaar. Maar, de hommelbijvlieg doet dus alsof ie een hommel is… Kom daar maar eens uit met alleen een paar foto’s! Je zoekt je rot, alleen al omdat je niet weet waar je allemaal moet zoeken, of er niet nog ergens een soort is die er op lijkt of omdat de verschillen zo klein zijn. Na veel zoeken op het internet kwamen we uit op een hommelbijvlieg en voerden deze in op Waarneming.nl . Wel als onzeker want we twijfelden een beetje. Gelukkig kregen we vandaag de bevestiging dat onze waarneming juist was. Het is zo prettig als je speurtocht wordt beloond met een goedkeuring!

Maar ook een opmerking dat het een andere soort moet zijn is erg prettig, daar leren we weer van. En als we die andere soort dan bekijken denken we “ja, dat kan wel eens goed kloppen”, maar weten we niet hoe we dat ooit zelf hadden kunnen vinden. Zo ook met een wespachtig wezen. De beesten zaten bij bloemen en leken op wespen. Ze zagen er zo uit maar ik dacht dat het wel weer een soort van wespbij (of weet ik veel wat voor een combinatie) zou zijn, maar we kwamen er niet uit. Dus een vraag op het forum geplaats. En snel antwoord gekregen, wederom van Han Endt, degene die al een paar waarnemingen van ons beoordeeld had. Het bleken middelste wespen te zijn, echte wespen dus! Als ik dat had geweten had ik vast niet zo rustig foto’s staan maken…

Al met al, we zijn er maar druk mee! En het resultaat is voorlopig: steenhommels, akkerhommels, aardhommels, groene stinkwantsen (nimfen), een gewone tandkaak (spin), muntvlindertjes, gammauiltjes etc. etc. Hier de link naar de eerste foto’s, er volgen hopelijk snel meer foto’s!