zaterdag 20 februari 2010

De Heideringelrups

20-02-2010 De Heideringelrups

Half februari, het is nog volop winter. Vorst en sneeuw doen dag en nacht hun best om het van de aankomende lente te winnen. Geen weer voor insecten zou men denken, maar zoals in eerdere blogs al te lezen was valt dat enigszins mee. Zo liepen we 13 februari over de heidevelden rondom Hilversum toen Remco de eitjes van de Heideringelrups vond.
Vlinders hebben verschillende manieren om de winter door te komen; als eitje, als rups, als cocon/pop of als volwassen vlinder. De rupsen verstoppen zich meestal goed tussen planten, een cocon kan aan een plant hangen maar kan zich bv. ook onder de grond bevinden. Soorten die als imago (vlinder) overwinteren zijn bv. Dagpauwoog, Kleine vos en Citroentje. Ze zoeken aan het eind van de zomer of in de herfst een beschut plekje waar ze de winter door kunnen komen. Dit kan bv. een schuurtje of een zolder zijn. Zo hangt er bij ons in de schuur al sinds eind augustus een Dagpauwoog in de schuur, wachtend tot de temperaturen weer oplopen. Deze vlinders hebben liever een strenge winter dan een kwakkelwinter. Dat klinkt misschien gek, maar het komt omdat de vlinders actief worden als de temperatuur stijgt. Het kost ze veel energie om hun lijfje weer ‘wakker’ te krijgen, en als het dan weer gaat vriezen hebben ze voor nop hun energie verspild. De winters 2008/2009 en 2009/2010 waren goed koud en dus goed voor de vlinders.
Terug naar de eitjes van de Heideringelrups, een nachtvlinder. Zoals de naam al aangeeft is het een vlinder die voornamelijk op heide voorkomt. Het legsel was een mooi kunstwerkje van een zeldzame vlinder: een paar honderd eitjes waren in een brede band rondom een kaal heidetakje gelegd, keurig tegen elkaar aan geplaatst. Zo rond april-mei komen de eitjes uit en beginnen de rupsen te eten en te groeien. De rupsen zijn harig en mooi gekleurd met geel/oranje en blauwe lengtestrepen. Als ze volgroeid zijn verpoppen ze zich en vanaf juni zou je de vlinders kunnen zien vliegen. Klik voor meer info en foto’s hier.
We waren erg blij met deze vondst en hopen misschien later ook de rupsen aan te treffen.

woensdag 10 februari 2010

Eitjes Sleedoornpage II

10-02-2010 Eitjes Sleedoornpage

Vervolg op 16 januari jl.
Eitjes van de Sleedoornpage vinden, dat was waar het vandaag weer om draaide. Eerst een korte samenvatting van het vorige verslagje: In Soest komt een kleine populatie vlinders van de Sleedoornpage voor. Om een beeld te krijgen hoe de populatie er voor staat worden elk jaar de eitjes geïnventariseerd. Dit jaar was een deel van de strook met sleedoorns niet bereikbaar door een berg bouwgrond. Nadat de Vlinderwerkgroep IVN Eemland contact had opgenomen met de gemeente werd er beloofd de grond te verplaatsen.
Terug naar vandaag, 10 februari 2010
Met een klein groepje zouden we vandaag weer aan de slag gaan om het laatste stukje met sleedoorns te controleren. De gemeente had intussen de berg zand en het hekwerk enkele meters verplaatst in de hoop dat de nectarplanten weer op gaan komen. Mocht alles toch zo verstoord zijn dat de planten niet meer op komen, dan gaan ze opnieuw inzaaien. Ook wilde de gemeente mee werken aan het onderhoud/behoud van de strook met sleedoorns. Deze ochtend zou de gemeente op aanwijzingen van de coördinator van de Vlinderwerkgroep een aantal oude sleedoorns verwijderen en de bramen zouden worden terug gesnoeid.
Het was ruim -5 °C, lekker fris. Toen ik om iets voor negenen aan kwam lopen stond de coördinator al te wachten. De Groenopzichter en 2 werkmannen kwamen er iets later aan en tot slot één van de Vlinderwerkgroepleden. De coördinator liet zien welke struiken er weg mochten en waar er weer nieuwe aanplant kan komen. De nieuwe aanplant zal in het najaar gebeuren, maar dit voorjaar nog zal jong opschot worden verpoot zodat er weer een beter, evenwichtiger geheel ontstaat. De mannen wilden wel iets meer weten over de eitjes en de vlinders, en eentje zag zelfs een vlindereitje zitten. Het eitje was helaas ovaal van vorm in plaats van rond, en dus niet van de Sleedoornpage maar van de Blauwrandspanner. Maar hij had wel een eitje gevonden!
Even later werd de eerste struik verwijderd. Terwijl de mannen van de groendienst zich tussen de grote doornen van de sleedoorn waagden, begonnen wij met het nazoeken van de gesnoeide takken. Ik had gelijk bingo; in ieder geval 1 eitje dat we konden redden. Natuurlijk aan de mannen laten zien hoe een eitje van de Sleedoornpage er dan wel uit ziet.
En toen begon het te sneeuwen… Aangezien de eitjes net witte speldenknopjes zijn, werd het zoeken nu nog een stuk moeilijker. Overal witte speldenknopjes! Door telkens sneeuw van de takken af te blazen zochten we zo goed mogelijk verder. Een enkele voorbijganger en/of buurtbewoner vroeg wat we aan het doen waren, de reacties zijn altijd positief. De buurtbewoners die al op de hoogte zijn van hun bijzondere buurtgenoten zien de inzet van de Vlinderwerkgroep en reageren enthousiast. Het snoeiwerk zat er intussen op maar wij zochten de takken nog na. We namen een korte pauze met heerlijk warme chocomel om even bij te komen om daarna weer verder te zoeken. Het bleef sneeuwen, alles werd steeds witter. We vonden nog een paar eitjes van de Blauwrandspanner, maar die van de Sleedoornpage kwamen we niet meer tegen.
Het geredde eitje werd zo geplaatst dat het rupsje straks zoveel mogelijk kans heeft om te overleven. Daarna namen we nog een kort kijkje bij het achterste gedeelte waar de berg zand had gelegen. Naar eitjes zochten we niet meer, het was niet te doen door de sneeuw.
Voordat het weer een echt paradijsje voor Sleedoornpages is moet er nog wel wat gebeuren, maar vooralsnog ziet het er naar uit dat de gemeente goed mee werkt. En een goede samenwerking met de gemeente is natuurlijk een mooie basis!
Wordt vast vervolgd…

maandag 8 februari 2010

Waarnemingen in de natuur

08-02-2010 Waarnemingen in de natuur

Zolang als ik me kan herinneren, ben ik al bezig met de natuur. Ik ben er mee opgevoed, zowel van huis uit als door ‘Meessie’, de allerleukste leraar van mijn basisschool. ‘Meessie’ leerde ons veel over vogeltjes en probeerde ons de interesse voor de natuur bij te brengen. Mijn moeder zorgde dat we af en toe met een ‘vroege vogelwandeling’ mee gingen. Hartstikke spannend natuurlijk! Als klein meisje met de volwassenen mee het bos in. Terwijl het nog donker was!!! Vreemde geluiden om je heen, het donker dat steeds lichter werd, steeds meer vogels die begonnen met hun ochtendzang; geweldige ervaringen! Met mijn moeder was ik het meest in de natuur. Van haar pikte ik dus ook het meeste op. Ongelofelijk hoeveel informatie je in je hebt opgeslagen, hoeveel je in al die jaren aan kennis hebt opgenomen.
Planten, iets waar ik tegenwoordig niet heel veel mee doe, behalve er van genieten, ik heb ze van jongs af aan mee gekregen. Niet alles, maar wel een brede basis. En dat geldt voor vogels ook wel een beetje; niet alles, wel een goede basis. Zeer verrassend hoe er tegenwoordig opeens laatjes in je hoofd open springen en je de juiste naam bij een plant of beestje ‘ingegeven’ krijgt.
Ook tijdens mijn ‘pubertijd’ veel in de natuur doorgebracht. Af en toe mee geholpen met de sloot- en herfstlessen van IVN Eemland. Prachtig om kinderen enthousiast te maken voor de natuur, bijvoorbeeld voor alles wat er in een slootje rond zwemt. Zelfs de kinderen met weinig of geen interesse raakten gefascineerd. Natuurlijk waren de waterroofdieren wel de spannendste: een Geel gerande waterkever die een kikkervisje aanviel, en daarna zelfs op at, dat was helemaal geweldig voor de kinderen! Stukken beter dan saai in de klas zitten, hier was moord en doodslag! Bij de herfstlessen natuurlijk veel paddestoelen, maar ook beestjes die onder boomstronken te vinden waren. En altijd de stronk weer zo terug leggen zoals je hem gevonden hebt! Al met al een mooie basis voor kennis van de natuur voor kinderen.
Mijn eigen schoollessen in de natuur kan ik me nog wel deels herinneren: in het bos, het tellen van de jaarringen van boomstronken. Het zoeken naar beestjes onder en tussen de gevallen bladeren. En dan natuurlijk die ‘vroege vogelwandelingen’. Voor m’n gevoel was het midden in de nacht als ik met m’n moeder naar zo’n wandeling ging. Het was pikkedonker en er was nog geen vogel te horen. Iedereen verzamelde zich op een bepaalde plek, zei elkaar gedag en babbelde wat. Allemaal in het pikkedonker!!! Hoe indrukwekkend voor een meisje van een jaar of 10! En dan, eindelijk, ging de wandeling van start. Het was de bedoeling dat je je in het donker zo stil mogelijk voort bewoog, en vooral goed luisterde naar vogelgeluiden. Het begin was vaak saai: niets te horen en alleen maar belachelijk donker. Maar dan, dan begon het! Er sijpelde steeds meer daglicht door de takken en steeds meer vogels begroetten de nieuwe dag. Geweldig!
Het begin van een nieuwe dag, de stilte en daarna de zonsopkomst, heerlijk! Dat vond ik toen en dat vind ik nu. Heerlijk als we gaan wandelen, en starten met de zonsopkomst. De stilte van de vroegte, het wakker worden van mens en dier. Dat je de wereld om je heen langzaam tot leven ziet komen. Hmmm…
Altijd dus met de natuur bezig geweest. Maar al foto’s terug kijkend van de afgelopen 10 jaar blijkt dat we er toen heel anders mee om gingen dan nu. Op dit moment zijn we bezig met het inscannen van ‘oude’ vakantiewaarnemingen, en het invoeren daarvan op Observado. Zo hebben we intussen al onze fotoboeken van 2000 t/m 2007 door gekeken en de foto’s van waarnemingen ingescand en ingevoerd. Dat willen we ook nog gaan doen met al onze wandelingen door Nederland, de tijd dat we nog geen digitale camera hadden…
Het is gek om te zien hoe anders we tegenwoordig om gaan met onze waarnemingen. De foto’s van een aantal jaren terug hebben we niet goed genoeg ‘gedocumenteerd’; we weten nog wel waar het ongeveer was en wanneer, maar moeten hier veel voor nakijken/zoeken. Nu zouden we daar veel betere aantekeningen over maken. Ook lijkt het wel alsof we tegenwoordig veel meer zien. We kunnen ons nu bijna geen wandeling meer voorstellen waarbij we niets ‘waarnemen’. Het is voor ons tegenwoordig zelfs vrijwel onmogelijk om te wandelen en ‘niets waar te nemen’. Dus hoe deden we dat ‘vroeger’ dan?! Gewoon simpelweg lopen? Wel genieten van de natuur, maar niet de details zien? Waarom zien we nu zoveel meer dan een paar jaar geleden??? Leuk om die ontwikkeling te kunnen volgen :)
Tien jaar samen de natuur beleefd. Heel veel geleerd, vooral de laatste tijd. We raken steeds meer thuis in bepaalde soorten. En zien dus ook steeds vaker iets dat we nog nooit eerder hebben gezien. Maar vraag niet waarom we dat nog nooit eerder hebben gezien…
Zien is zien, genieten is genieten, en zo is er nog veel meer moois (te ontdekken)