dinsdag 30 maart 2010

Vlinderen

30-03-2010 Vlinderen

Ik spreek regelmatig met iemand af om een gebiedje te bezoeken. Gewoon om te kijken wat er aan rupsjes, vlinders, libellen en ander klein spul te vinden is. De zeldzame soorten krijgen wat extra aandacht, maar over het algemeen bekijken we alles wat we tegen komen.
We hebben intussen al weer verschillende gebiedjes bekeken en al heel wat leuks gezien. De eerste Bruine winterjuffers bijvoorbeeld. Deze juffertjes (kleine libel) houden in rust de vleugels aan één kant van het lichaam gevouwen. Ook de eerste rupsen beginnen weer te komen en we zagen dat de Heidehaantjes alweer actief zijn. De Heidehaantjes betekenen dus dat de komende zomer de heide niet paars maar bruin zal zijn. Jammer, maar dan maken we wel weer kans op de Hiërogliefenlieveheersbeestjes, die leven van de larven van de Heidehaantjes.
Afgelopen donderdag zijn we met een paar leden van de vlinderwerkgroep op zoek gegaan naar nachtvlinders. De coördinator had een paar dagen van te voren een mengsel gemaakt. In de tussentijd was het mengsel lekker gaan gisten, sommige vlinders zijn er dol op. Een uur voor zonsondergang had ze 3 bomen voorzien van een kring van ‘smeer’, het mengsel. Toen we rond 19.15 uur langs de bomen liepen zagen we verschillende nachtvlinders die op het smeer waren afgekomen. De kleine uiltjes waren aan het smikkelen van het goedje, maar ook mieren vonden het lekker. We kwamen in de schemering bij een heideveldje en zagen daar meerdere nachtvlinders, vooral de mannetjes van de Grote voorjaarsspanner waren goed vertegenwoordigd.
Op de terugweg kwamen we weer langs de bomen met smeer. Nu zaten er veel meer nachtvlinders op de bomen. De meeste waren van hetzelfde soort, maar we zagen ook vrouwtjesvlinders van de Grote voorjaarsspanner (ze hebben kleine vleugeltjes) en nachtvlinders die een heel andere tekening en grootte hadden dan de ‘standaard’ vlindertjes.
We hebben aangetroffen:
23 Grote voorjaarsspanner - Agriopis marginaria (waarvan 3 vrouwtjes)
Roodkopwinteruil (zeldzaam) - Conistra erythrocephala (schaars waargenomen in provincie Utrecht)
3  Bosbesuil - Conistra vaccinii
20 Kleine voorjaarsuil - Orthosia cruda
6  Tweestreepvoorjaarsuil - Orthosia cerasi
6  Dubbelstipvoorjaarsuil - Perigrapha munda
1  Gewone zakdrager - Psyche casta
1  Acleris notana/ferrugana
4  Voorjaarsbladroller - Tortricodes alternella
Ook al hebben we zelfs gedurende de winter vlindertjes gezien, nu de lente is begonnen merk je dat het aanbod qua soorten weer groter wordt. Dagvlinders beginnen weer te vliegen, maar ook andere insecten laten zich weer zien. We zijn benieuwd wat we dit jaar allemaal gaan tegen komen!

woensdag 3 maart 2010

De lente komt er aan

03-03-2010 De lente komt er aan

We leven nu pas 3 dagen in maart, maar al die dagen hangt de lente in de lucht. Het zonnetje schijnt regelmatig en de vogels genieten hier overduidelijk van. Ook is sinds 1 maart de site Beleef de Lente van de Vogelbescherming weer on line en kunnen we meegenieten van verschillende soorten vogels die hopelijk een nest gaan bouwen. Ook al hebben we weer een periode met nachtvorst, het is duidelijk dat Lente het gevecht van Winter gaat winnen. Het kan niet lang meer duren, de overwinning is nabij!
Vandaag had ik mijn wekelijkse vrije dag en na een uitstapje ’s ochtends dook ik de tuin in. We maken de tuin nooit ‘winterklaar’ door al het blad en plantenmateriaal te verwijderen. Veel mensen vinden dat je een tuin winterklaar moet maken omdat het er dan netjes uit ziet. Ja, dat klopt… Maar in nette tuintjes hebben beestjes weinig kans. Vogels willen niet scharrelen in een net aangeharkte, kale tuin. Op een kale bodem is weinig te vinden, juist tussen de afgevallen bladeren zitten enorm veel insecten verstopt. En niet alleen de insecten worden door dit dekbedje van blad beschermd tegen de koude winter, ook de planten zelf hebben er baat bij. En in de loop van de herfst en winter verteert een deel van het blad; goede compost voor de tuin. En je hoeft er niets voor te doen, het gebeurt gewoon vanzelf! Het scheelt je een boel tijd en flora en fauna in en om je tuin varen er wel bij. De buren zullen er misschien niet altijd even blij mee zijn, maar zeg nou zelf; al die strakke tuintjes die op elkaar lijken… Zoooo saai! Maar goed, ieder zijn eigen smaak.
In de achtertuin scheen de zon, heerlijk! Zonder jas naar buiten, wat een genot! Ik begon met het verwijderen van de oude bladeren van de iris. Ergens had ik verwacht dat er misschien een salamander onder verstopt zou zitten, maar nee. Wel een klein rupsje (Huismoeder?), lieveheersbeestjes en een micro-vlindertje (een vedermotje). Ik had hem duidelijk gestoord: driftig fladderend met z’n kleine vleugeltjes zocht hij een ander plekje op. Het vlindertje bleef maar niet stil zitten en vloog de tuin uit voor ik hem op de foto had kunnen krijgen. Door al het gefladder had ik ook niet goed naar de vleugeltjes kunnen kijken, het zal dus altijd een raadsel blijven welk vedermotje dit is geweest.
In het rotstuintje hadden een aantal crocusjes, hun koppies alweer boven de grond uitgestoken, om mooi paars en geel te zijn. In een hoekje in de tuin zag ik een toefje scilla’s in bloei en de witte sneeuwklokjes stonden ook te pronken. De knoppen van veel planten en struiken beginnen langzaamaan wat groter te worden. Vogels raken steeds meer in de ban van het vinden van een partner en nestruimte. Het spat er nog niet helemaal vanaf, en ook ruik je die speciale, frisse, lentegeur nog niet, maar je voelt de spanning in de natuur.
In de voortuin (schaduwkant) hangt een nestkastje, ooit door mijn opa gemaakt. Er zit een klein stokje bij het in/uitvlieggat. Helemaal fout als je dat zo hoort, maar bij ons lijken ze het wel prettig te vinden. Het kastje hangt met de zijkant vlak tegen het raam van onze woonkamer aan (ook dat schijnt ze niet te storen) met vlak boven het nestkastje een kleine ‘overstek’ van de 1e verdieping van het huis. Twee jaar terug heeft er een koolmezenpaartje succesvol in gebroed, vorig jaar is de kast regelmatig bezocht door pimpel- en koolmezen, maar is er niet in gebroed. Afgelopen winter kwamen er regelmatig pimpel- en koolmezen schuilen. Vandaag kwam er een pimpelmees, eerst voorzichtig vanuit het krentje om zich heen kijkend, steeds dichter naar het huisje toe. Hij sprokkelde nog wat moed bij elkaar en ging op het stokje van de nestkast zitten. Keek om zich heen en keek voorzichtig in het huisje. Om zich heen, in het huisje, om zich heen, in het huisje. Het zag er schattig uit, zo’n klein vogeltje op zoek naar een mooi plekje dat zijn toekomstige partner genoeg kan bekoren. Heel eventjes verdween het pimpeltje in het huisje maar vloog al snel weg. Even later kwam er een stoere koolmees naar het huisje toe. Deze was duidelijk meer op zijn gemak dan de pimpelmees. Vanaf het stokje gluurde hij naar binnen en tikte eens wat tegen de rand van de opening. Huisje in, en eruit met een wit ietsje in zijn snavel. Dit tafereel herhaalde zich een paar maal. Waren het vuiltjes die werden verwijderd (uitwerpselen van de mezen die er afgelopen winter af en toe hebben overnacht?) of waren het insectjes? Ik vermoed het eerste. Grappig om te zien was dat de koolmees ook gelijk de pimpelmees weg joeg als ie ook maar in de buurt kwam. Duidelijk een geval van territoriumdrift!
Bij het werk in de voortuin kwam ik een frisgroene rups tegen van de Agaatvlinder, maar ook lieveheersbeestjes, een suffe regenworm en een bruine rups (Huismoeder?). De sneeuwklokjes staan vrolijk te bloeien, verschillende kleuren crocussen en ook de cyclaampjes staan er leuk bij. De knoppen van de kwee staan op springen en het toverhazelaartje dat we vorig jaar van mijn moeder hebben gehad heeft prachtig gele bloempjes. Lang leve het voorjaar!
Vanmiddag zaten er, behalve een groepje huismussen, 4 puttertjes op de vetbollen in de het Malusboompje. Prachtig gekleurde vogeltjes!

dinsdag 2 maart 2010

De Gierzwaluwkasten hangen

02-03-2010 De Gierzwaluwkasten hangen

Op zaterdag 27 februari was het zover, onze twee nestkasten voor de gierzwaluwen werden opgehangen. Mooi op tijd voor de aanvang van het broedseizoen. Over zo’n anderhalve maand arriveren de eerste gierzwaluwen al, hoera!
Met twee man sterk zouden ze de kasten op komen hangen maar helaas werd er één opgeroepen voor de storingsdienst. Het was gelukkig geen probleem, ook in zijn eentje kon de Handige Man de kasten wel ophangen. Zijn zoontje keek toe en hielp af een beetje. De lange ladder die was meegenomen werd uitgeschoven tot vlak onder de nok. De Handige Man klom omhoog en bekeek de plek waar we de gierzwaluwen hadden zien verdwijnen. Er zat inderdaad voldoende ruimte tussen de pannen en toen hij de pan iets optilde kwam hij met het heugelijke nieuws dat er inderdaad een nest had gezeten! Helemaal geweldig natuurlijk, nu weten we het echt zeker. Bij andere dakpannen leek ook nog voldoende ruimte te zijn voor gierzwaluwen, dus met een beetje mazzel hebben we straks onze eigen kolonie!
De 1e kast werd bevestigd, schuin onder het dakoverstek, in de buurt van de nestingang onder de pannen. De 2e kast werd aan de linkerkant van de muur bevestigd, horizontaal. Gaaf zeg, twee nestgelegenheden erbij! We gaan kijken of er dit jaar gebruik gemaakt gaat worden van de kasten en zo ja, door wie. Het is een lastige plek om in de gaten te houden, maar we gaan ons best doen!